Veel kinderdagverblijven maken gebruik van de BSO bus, het vervoersmiddel heeft qua uiterlijk gelijkenissen met de Stint. De Stint was een mooie uitvinding om kinderen van A naar B te vervoeren en deze werd hier veelvuldig voor gebruikt. De veiligheidsmaatregelen van de Stint moesten worden aangescherpt waarna het de BSO bus werd genoemd. Zowel bij de eerder gebruikte Stint als bij de BSO bus, is er geen sprake van een helmplicht.
Helmplicht
Nu kan de vraag worden gesteld waarom de kinderen en de bestuurder geen helm hoeven te dragen bij het gebruik van de BSO bus. Een ongeluk zit in een klein hoekje en ook scherpere veiligheidsmaatregelen kunnen een ongeluk niet voorkomen. Kinderen in een BSO bus zijn kwetsbaar ondanks een beperkte maximumsnelheid. Risicoverhogende factoren zijn de fatbikes die met hoge snelheid op het fietspad rijden en de vele fietsers die ook nog hun telefoon in hun hand hebben tijdens het rijden.
Op de motor is men ook erg kwetsbaar en is het verplicht om een helm te dragen. Ook op bouwplaatsen is het verplicht om een helm te dragen, ondanks dat deze maar een beperkte mate van bescherming biedt in bepaalde situaties. Dezelfde vraag kan bijvoorbeeld ook worden gesteld als het gaat om e-bikes en fatbikes, waarom is er voor deze vervoersmiddelen nog een helmplicht ingevoerd? Er zijn steeds meer maaltijdbezorgers te zien die een helm dragen en dat is een mooie ontwikkeling om te zien. De bestuurders van scooters met een blauw kenteken moeten tegenwoordig ook een helm dragen. Rijden zij niet op hetzelfde fietspad als fietsers en de BSO Bus? Waar zit hem het verschil in om de verplichting voor de ene weggebruiker in te voeren en andere weggebruikers daarvan vrij te stellen?
Scenario’s
Waarom zou een helm in een BSO bus zinvol zijn? Hiervoor dienen we een paar scenario’s te bekijken die mogelijk kunnen voorkomen.
- Een fietser ziet een BSO bus te laat en rijdt vol in op de zijkant van de BSO bus. Er zal helaas minstens 1 kind geraakt worden op het achterhoofd. Wat als er later blijkt dat de helm er nog net voor heeft gezorgd dat enig hoofd- of nekletsel niet erger is geworden, dan zal er worden gezegd dat het goed is dat het kind een helm droeg.
- Iemands gordel zit niet goed dichtgeklikt of vertoont een defect. De bestuurder van de BSO bus moet vol op de rem vanwege een medeweggebruiker die ten onrechte voorrang neemt of de BSO bus kantelt door een obstakel op het wegdek. Het kind waarvan de gordel niet vastzat, valt uit de BSO bus en komt op het hoofd terecht. Door het harde remmen kunnen de kinderen ook hard tegen elkaar aanbotsen met het hoofd en kan men zich bezeren aan de rolbeugel.
- De bestuurder loopt door een aanrijding of plots remmen hoofdletsel op door een klap tegen de stuurinrichting, het wegdek of de medeweggebruiker.
Noodzaak of overdreven?
In bovengenoemde situaties kan een helm noodzaak zijn. In minder heftige gevallen is een helm hopelijk niet nodig. Gelet op de arbeidshygiënische strategie is een helm als PBM het laatste redmiddel. Het verdient dus de voorkeur om aanpassingen aan het voertuig te maken, zodat een helm minder snel nodig is. Maar in welke gevallen zal dit zo zijn en wanneer is een voertuig veilig genoeg ontworpen. Hier zullen de meningen over verdeeld blijven.